Waarom bidden als het beste aanstaande is?
- Kees Postma
- 18 jul 2024
- 5 minuten om te lezen
Het stond er echt, pagina 19, zwart omrand. Diepbedroefd, maar dankbaar dat hem verder lijden is bespaard, heeft de Here tot zich genomen. Een snelle rekensom tussen de * en het kruisje die zijn geboorte en sterfdatum markeerden leerde mij dat hij maar liefst 42 jaar mocht worden. Kaarsje nummer 43 zou, over tien dagen, gedoofd moeten worden door de tranen van zijn weduwe en vier kinderen. Een hospice, vlak bij een christelijk conferentieoord, werd zijn laatste aardse halte.
Toen ik de krant dichtvouwde, mijzelf een sterke kop koffie gunde van het betere soort en mijn laptop tot leven riep verdoofde ik mijzelf kortstondig met tien minuten sociale media.
Facebook ’s algoritme schotelde mij een korte clip voor van de Healing & Restoration campagne van een Amerikaanse profeet en geneesheer die in het hierboven genoemde conferentieoord gehouden werd. Een promo met hoogtepunten vol genezingsverhalen. Een jongeman was genezen van pijn in zijn knie, een oudere vrouw van zweethanden en weer iemand anders van fybromyalgie. Na vele tranen van blijdschap volgde een rekeningnummer en een lijstje met data en plaatsen waar de genezer snel zijn opwachting ging maken.
Ik probeerde koortsachtig pagina 19 van de Leeuwarder Courant en deze clip aan elkaar te verbinden, maar het lukte niet. Alsof je een houten vierkantje door een ijzeren rondje wil duwen. Hoe je de boel ook draait, er is geen match.
Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat een Liefdevolle Vader, na talloze gebeden en bezoeken aan genezingsdiensten, een vrouw toch weduwe maakt en haar kinderen wees en de kanker laat zegevieren? Maar tegelijkertijd er wel voor kiest om, op steenworp afstand van een hospice, een oudere vrouw te bevrijden van klamme handen en iemand anders van reuma in de weke delen? Zacht gezegd werd bij die gedachte mijn bespreeklijstje, voor aan de andere kant van de eeuwigheid, weer een stukje langer.
Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat een Liefdevolle Vader, na talloze gebeden en bezoeken aan genezingsdiensten, een vrouw toch weduwe maakt en haar kinderen wees en de kanker laat zegevieren?
Ik heb in binnen- en buitenland gewerkt. In kerken en organisaties van verschillende theologisch pluimage. Genezingsdiensten bijgewoond op hele grote podia en in klaslokaal settingen. Was het mijn ongeloof? Zou Jezus mij classificeren als kleingelovige omdat ik een genezing van een kalknagel in twijfel trok, omdat mijn gebeden voor een aan een aanval met zenuwgas overleden Syrische peuter niks uitrichten?
Als predikant merkte ik dat ook mijn gemeenteleden telkens weer lucht kregen van de nieuwste rage onder de evangelischen. Een nieuw boek, een nieuwe geneesheer, een nieuwe beweging. We staan vaak in de rij om het tot ons te nemen zonder even wat dieper na te denken. Ik ging op zoek naar waarheid, het juiste perspectief. Ik wilde het badwater, maar ook het kind dat veel te vaak wordt weggegooid.
Ik vond. Ik kwam op het spoor van Costi Hinn, het neefje van misschien wel werelds bekendste gebedsgenezer: Benny Hinn. Costi trad op 18-jarige in dienst van oom Benny. Zijn taak was om mensen op te vangen die na een aanraking of adem van oomlief, of na het aanraken zijn fameuze witte jasje ter aarde stortten als waren ze in de nabijheid van Grootheid. Costi genoot. Niet zozeer van het podium gebeuren, maar van de luxe levensstijl van oom Benni en zijn team. Vijfsterrenhotels, infinity pools, privéjets, volledig verzorgde zes-gangen maaltijden bereidt door sterrenkoks. Ze wogen voor hem zwaarder dan de eeuwige twijfel of Oom Benny werkelijk was wie hij zei dat hij was.
Tot hij niet langer de slaap kon vatten. ‘Ik kon niet langer met mijzelf in het reine komen. Hoe slaap je in hemelsnaam wanneer je wanhopige moeders hun meervoudig gehandicapte kinderen uit hun rolstoel ziet nemen en naar het podium ziet dragen. Terwijl je weet dat ze nooit en te nimmer het podium op mogen omdat ze zichtbaar voor iedereen ziek en gehandicapt zijn en jij en je familie ze geen genezing kunnen bieden? Ik kon het niet langer’.
Costi kwam, naar eigen zeggen, tot bekering. Hij was, voor eens en altijd, genezen van genezingsdiensten en brak de professionele banden met oom Benny. In de film ‘The American Gospel: Christ Alone’ doet hij zijn verhaal, samen met Justin Peters. Een aanrader, daarom kocht ik 200 licenties om al mijn kerkleden deze film te laten zien. De respons was matigjes overigens.
Hij was, voor eens en altijd, genezen van genezingsdiensten en brak de professionele banden met oom Benny.
Een andere gedacht kwam diezelfde dag naar boven. De cultuur van fit, vitaal en voor eeuwig jong blijven is met succes gehecht aan elke sterveling van ons tijdperk. Wie kent er nog een oma in een bloemetjesjurk met krulspelden? Zoals die van mij worden ze niet meer gemaakt, zo lijkt het. Ik ken alleen nog maar grijsaards (nou ja, de meesten kleuren hun haar) die één of ander nieuw revolutionair dieet of fitnessroutine omarmen om het gevecht met de tijd te winnen. Die op 93-jarige leeftijd hun PR op de 10km nog proberen aan te scherpen.
Ik stapte met deze gedachte de kerkelijke drempel over: Het laatste decennium valt mij op dat ook wij met name druk bezig zijn om de gelovigen hier massaal op aarde te houden.
We zingen dan wel met zijn allen over ‘op die dag in de hemel’ en het wandelen over gouden straten op een plek waar er nooit meer tranen zullen zijn, maar als puntje eenmaal bij paaltje komt zijn we gedecideerd van plan om een U-bocht te maken. Tijdens bidstonden en genezingsdiensten bidden we immers massaal om genezing, herstel en een lang leven op aarde alsof sterven verlies zou zijn en leven winst. Ook dat lijkt verdacht veel op een houten vierkantje dat door een ijzeren rondje gedrukt moet worden. Hopeloos paradoxaal.
Met het schaamrood op mijn kaken bedacht ik dat ook ik, de theoloog en de predikant, het ontzettend comfortabel zingen vindt over de eeuwigheid wanneer ik, voor zover ik kan inschatten, nog mijlenver van haar poorten verwijderd ben. We moedigen elkaar in de kerk aan met de woorden dat het beste nog moet komen. Maar als het beste dan gekomen lijkt te zijn, proberen we uit alle macht terug te krabbelen.
We moedigen elkaar in de kerk aan met de woorden dat het beste nog moet komen. Maar als het beste dan gekomen lijkt te zijn, proberen we uit alle macht terug te krabbelen.
Toen begreep ik dat God al die tijden heus gebeden verhoord heeft, maar dat ik het gewoon niet begreep of zag. Want wie is nu beter af? Een vader van 42 voor wie, na een lange lijdensweg, het beste inderdaad is gekomen of die oude vrouw die, weliswaar zonder zweethanden, als pelgrim nog een heel stuk steile berg moet afleggen in de winter van haar leven?
Ik dankte God die dag voor pagina 19. Voor het kruisje op die pagina en het Kruis dat het beste mogelijk had gemaakt. En ik bad voor de plaatselijke kerk, die ongetwijfeld de weduwe en de vier half-weesjes van alles zou voorzien tot ook zij zullen zijn waar pappa zo naar uitzag. Ook voor hen zal het beste ooit komen, daar kan geen genezingsdienst iet tegenin brengen.
Ook mijn boeken zijn geschreven met een lach en een traan. Check de webshop!

Comments