Jezus lijdt met ons mee
- Kees Postma
- 2 dec
- 2 minuten om te lezen
Wat zeg je eigenlijk op zo’n moment? Het meisje lag links van me in een wit kistje, haar gezichtje een beetje opgemaakt zodat ze zou lijken op wie ze was geweest. Ze zou moeten springen en dansen, haar broertjes moeten uitdagen en zo nu en dan haar ouders tot wanhoop moeten drijven. Dat doen meisjes van negen.
Ik kijk naar een groot aantal knuffels, waarschijnlijk haar favorieten, die rondom haar hoofd en lichaam zijn gepositioneerd. De rij wordt korter, het is bijna mijn beurt.Wat zou Jezus hebben gezegd en gedaan als het Zijn beurt was? Hij zou vast niet zo besluiteloos zijn geweest als deze struikelaar. Hij zou immers als geen ander met deze ouders kunnen meelijden.
Hoe goed iedereen het ook bedoelt, we kunnen slechts tot een bepaalde hoogte met elkaar meevoelen. Elke situatie is immers anders. Het ene verlies is plotseling, het andere over een langere tijd uitgesmeerd. Het ene door een ongeluk, het andere door een slopende ziekte. Wat vrienden en familieleden slechts deels kunnen, doet Jezus volledig: met ons meelijden in de rauwe werkelijkheid van het leven. Hij is de enige die dwars door de buitenkant kan kijken, een spade dieper graaft, het dekseltje van ons witte kistje moeiteloos en liefdevol optilt.
Er is daarom niemand – ook jij niet – die een vuist naar de hemel kan maken en kan zeggen: ‘U begrijpt niet hoe ik mij voel, U begrijpt niet waar ik doorheen ga!’Jezus is geen CEO van een bank die advies geeft aan iemand die onder de armoedegrens leeft. Of een politicus uit Den Haag, die vanuit een ivoren toren raad geeft aan hen die het leven niet zien zitten. Nee, Hij is afgedaald uit de toren, om bij ons te wonen. Hij heeft de lift naar beneden genomen, om ons te ontmoeten bij de ingang.
‘Want wij hebben geen Hogepriester Die geen medelijden kan hebben met onze zwakheden, maar [Een] Die in alles op dezelfde wijze [als wij] is verzocht, [maar] zonder zonde’ (Hebr. 4:15).
Ik weet zeker dat Hij niet alleen kan meelijden met deze ouders die hun kindje hebben verloren, maar ook met mijn ongemak en het ongemak van de honderden voor- en achter in de rij. ‘Gecondoleerd. Sterkte met jullie verlies,’ weet ik met gebroken stem uit te brengen. Een ongemakkelijke knuffel en een klopje op de schouder.‘Fijn dat je bent gekomen. Dat waarderen we,’ zegt de vader.Ach, het is niet veel. Gelukkig sluit Jezus de rij en vult Hij aan waar ik opnieuw tekortgeschoten ben. ‘Dit vaarwel is een tot straks,’ hoor ik Hem fluisteren terwijl Hij de ouders omhelst en het meisje over haar gezichtje strijkt.
Uit: Doen als Jezus - de Man die alles veranderde 👇



Opmerkingen